Milieu Compact nr 4

milieu

compact

met maatschappelijke partners geformuleerd wor- den. Daarbij heeft het kabinet haar ambities scherp voor ogen. De eerste ambitie is om belemmeringen die on- dernemers ervaren bij het circulair maken van hun productieprocessen en het hergebruiken van rest- stromen, waar mogelijk weg te nemen. Acties uit dit programma zijn gericht op het in kaart brengen van belemmeringen en het instellen van een steun- punt om met ketenpartijen belemmeringen weg te nemen. De ambitie is om in 2015 voor alle aange- melde belemmeringen trajecten ter verbetering in gang te hebben gezet. De tweede ambitie van dit kabinet is de hoeveelheid materiaal die de economie ‘verlaat’ zichtbaar te ver- minderen. In 2012 werd er nog bijna 10 miljoen ton materiaal uit Nederland aangeboden bij afvalver- brandingsinstallaties en stortplaatsen. Het kabinet heeft de ambitie om deze hoeveelheid in tien jaar tijd te halveren. Dit gebeurt niet alleen door meer en beter te recyclen. Ook de inzet gericht op meer duurzame producten en duurzame consumptiepa- tronen, draagt bij aan de vermindering van deze hoeveelheid. Een derde ambitie van dit kabinet is het beter schei- den van huishoudelijk afval en vergelijkbare stromen van kantoren, winkels en diensten. Voor het schei- den van huishoudelijk afval is al een doel van 60–65 procent in 2015 geformuleerd. Voor de langere ter- mijn heeft dit kabinet de ambitie om te komen tot 75 procent afvalscheiding in 2020 en om uiteindelijk richting 100 procent te gaan. In een netwerkaanpak met gemeenten en bedrijfsleven wordt met dit pro- gramma ingezet op verbeterde afvalscheiding. Tot slot heeft het kabinet de ambitie om de econo- mische kansen die circulaire economie biedt ook daadwerkelijk te benutten. Nederland moet in 2020 een hotspot van de circulaire economie zijn. Hier- voor richt het programma zich op het ondersteu- nen van innovatieve oplossingen op technisch en bedrijfseconomisch gebied en op maatschappelijke innovatie. Dit programma formuleert verschillende acties gericht op duurzaam ontwerpen, nieuwe be- drijfsmodellen en het verspreiden en stimuleren van innovatie. De uitwerking van de operationele doelstellingen van dit programma bevat concrete acties en te le- veren prestaties. Het kabinet wil koplopers ruimte

geven nieuwe wegen in te slaan en hen daarbij on- dersteunen. Met de geformuleerde acties sluit het kabinet aan bij de beweging die er in de samenle- ving is, jaagt het goede ideeën aan, neemt het be- lemmeringen die partijen ervaren weg en wordt de volgende stap gezet in het sluiten van ketens. De in het programma beschreven activiteiten passen goed bij de rol die de staatssecretaris voor de over- heid ziet en die ook is beschreven in de Kamerbrief over groene groei. Het programma is een intensivering van de be- staande inzet. De uitvoering van dit bestaande beleid inclusief de in de bijlage genoemde moties en toezeggingen gaat gewoon door als onderdeel van Van Afval Naar Grondstof. Tevens wordt er in de bijlage verwezen naar het Afvalpreventiepro- gramma Nederland, dat Nederland krachtens de Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen heeft gemaakt. Het programma Van Afval Naar Grondstof omvat de uitwerking van dit afvalpreventieprogramma. Tweede Kamer, 28 januari 2014, nummer 33 043-28 Minder plastic tasjes door beprijzing en bewust- wording Met een combinatie van beprijzing en goede com- municatie, kan een grote vermindering worden be- reikt van het aantal plastic tasjes dat winkels uit- delen. Een pilot van het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) en de Raad Nederlandse Detail- handel (RND) leverde een forse daling op van het aantal uitgegeven tasjes per aankoop, variërend van 48 tot zelfs 77 procent. Ook werden significan- te dalingen behaald in het aantal gratis tassen per aankoop. In 2012 werden tussen de 57 en 95 pro- cent gratis tassen uitgegeven; in de pilotperiode in 2013 lag dat getal op 4 tot 31 procent. Het KIDV en de RND voerden van 10 oktober tot eind december 2013 de pilot ‘Mag het een tasje minder zijn?’ De pilot werd uitgevoerd in drie ge- meenten (Deventer, Tilburg en Zoetermeer) en er deden negen winkelketens mee: Blokker, Bart Smit, Intertoys, Intergamma, Kruidvat, Hema, C&A, V&D en Zeeman. Deze winkels vroegen hun klanten zelf een tas mee te nemen en benadrukten het belang van hergebruik van plastic tassen. Als klanten in de winkel toch een tas wilden hebben, vroegen de win- keliers voor middelgrote en grote tassen minimaal 10 cent per tas. De kleinste tassen werden nog wel gratis verstrekt, maar alleen als klanten daar expli- ciet om vroegen. De pilot werd ondersteund door

16

Made with