Millieu Compact 2014#6

milieu

compact

Afwijzing verzoek om handhavend optreden tegen skatebaan Bij besluit van 1 juni 2010 heeft het college van BenW van Middelburg het verzoek van de vereniging om handhavend op te treden tegen de skatebaan aan de Grote Sternstraat te Middelburg afgewezen. Bezwaar en beroep zijn ongegrond verklaard. De vereniging betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college zonder haar toestemming en in strijd met de systematiek van de Algemene wet bestuurs- recht haar verzoek om handhaving heeft gesplitst en op dat verzoek twee afzonderlijke besluiten heeft genomen en dat de rechtbank op de beroepen te- gen die besluiten bij twee afzonderlijke uitspraken heeft beslist. Zij acht zich hierdoor benadeeld. De bepalingen uit de Awb noch een andere rechtsregel staan er aan in de weg dat het college afzonderlijke besluiten heeft genomen op het door de vereniging ingediende verzoek om handhaving, nu dat verzoek betrekking had op de gestelde overtreding van wet- telijke voorschriften over een aantal verschillende aspecten. Niet gebleken is dat de vereniging door het opknippen van het handhavingsverzoek en een afzonderlijke behandeling van enerzijds het geluids- aspect en anderzijds de overige aspecten in haar belangen is geschaad. Het college heeft het verzoek in volle omvang beoordeeld en uit zorgvuldigheids- overwegingen een akoestisch onderzoek door een deskundige laten uitvoeren alvorens het besluit van 30 november 2010 met betrekking tot het geluids- aspect te nemen. Voor zover de vereniging heeft aangevoerd dat zij door deze handelwijze onnodig verscheidene procedures moet voeren, wordt over- wogen dat het college de vereniging bij brief van 23 juli 2010 heeft gewezen op de mogelijkheid om een verzoek in te dienen tot opschorting van de wette- lijke beslistermijn aangaande het tegen het besluit van 1 juni 2010 gemaakte bezwaar totdat een be- sluit is genomen op haar verzoek om handhaving van artikel 4.1.3.3 van de APV, opdat alle bezwaren gelijktijdig kunnen worden behandeld. De vereniging heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 22-01-2014, nr. 201211894/1/A1 Revisievergunning Wet milieubeheer voor inrichting met gpbv-installatie Bij besluit van 26 april 2013 heeft het college van GS van Noord-Brabant Sita een revisievergun- ning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een inrichting voor

van de toepassing van bestuursdwang, naast de kosten in de kostenbeschikkingen 1 en 2, vastge- steld op 160.574,42 (hierna: kostenbeschikking 3). Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat zij niet als overtreder van artikel 6.2 van de Waterwet kan worden aan- gemerkt. Zij voert aan dat het door de brandweer gebruikte water de brand heeft verergerd, hetgeen haar niet is toe te rekenen. Daarnaast stelt zij dat de rechtbank onvoldoende heeft gemotiveerd dat zij als eigenaresse van het perceel aan de Vlas- weg 4 te Moerdijk verantwoordelijkheid draagt voor de brand op het perceel. De rechtbank over- weegt volgens haar ten onrechte dat niet staande is te houden dat Chemie-Pack Nederland B.V., als drijver van de inrichting, en Chemie-Pack Onroe- rend Goed B.V. bij het ontstaan van de brand geen enkele blaam treft. Voorts heeft de rechtbank vol- gens Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. miskend dat haar perceel compleet is verwoest en dat de bluswerkzaamheden niet zijn verricht ter bescher- ming van dit perceel. Niet in geschil is dat artikel 6.2, eerste lid, van de Waterwet is overtreden. In haar uitspraak van heden in zaak nr. 201207582/1/ A4 overweegt de Afdeling dat Chemie-Pack Ne- derland B.V. terecht als overtreder van artikel 6.2, eerste lid, van de Waterwet is aangemerkt. Zoals onder 1 is overwogen, was Chemie-Pack Neder- land B.V. drijver van de inrichting op het perceel aan de Vlasweg 4 te Moerdijk en is Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. eigenaresse van dit perceel en de opstallen daarop. Chemie-Pack Nederland B.V. en Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. ma- ken deel uit van hetzelfde concern. Onbetwist is dat Gerard Spiering ten tijde hier van belang de uitsluitende zeggenschap had in de tot het concern behorende B.V.’s: hij was in die vennootschappen de enig leidinggevende en bestuurlijk verantwoor- delijke. Hierdoor is er wat betreft het ontstaan en voortbestaan van de overtreding op het perceel Vlasweg 4 te Moerdijk ook tussen Chemie-Pack Nederland B.V. en Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. een zodanig nauwe verwevenheid gegeven dat Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. in haar hoedanigheid van eigenaresse van de gronden en de opstallen op voormeld perceel kan worden aan- gemerkt als overtreder. De rechtbank is terecht tot dezelfde conclusie gekomen. Hieraan doet niet af hetgeen Chemie-Pack Onroerend Goed B.V. heeft aangevoerd over de volgens haar aan de brand- weer toe te rekenen verergering van de brand. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 22-01-2014, nr. 201207473/1/A4

11

Made with