Millieu Compact #18

milieu

compact

regels gesteld over geluidhinder door wegverkeer. De wetgever heeft te kennen gegeven dat binnen de zones de spelregels van dewet gelden (Kamer- stukken II 1988/1989, 20 985, nr. 3, p. 11). Daarbij komt dat is bepaald dat een automatische zonevrij- stelling wordt gegeven voor wegen met een maxi- mumsnelheid van 30 km per uur. Zoals deAfdeling eerder heeft overwogen in haar uitspraak van 26 juni 2013 in zaak nr. 201206182/1/A3 is, gelet op artikel 74, tweede lid, vandeWghhet eerste lid van die bepaling niet van toepassing op wegen waar maximaal 30 km per uur mag worden gereden. Uit dememorie van toelichting bij deWgh volgt dat de wetgever daarvoor heeft gekozen, omdat op grond van het geringe aantal motorvoertuigen dat van zulke wegen gebruik maakt of zal maken, reeds van tevoren kan worden vastgesteld dat geluid- hinder nauwelijks zal optreden. Het college is er terecht vanuit gegaan dat de Wgh voorziet in een normering van wegverkeerslawaai, waarbij is ge- kozen voor normering binnen zones langs wegen enwegenwaarvoor eenmaximum snelheid van 30 km per uur geldt, wegens de relatief geringe belas- ting vandiewegen, buitende zonering zijngelaten. Aldus kan niet worden gezegd dat niet is voorzien in een regeling van het onderwerp wegverkeers- lawaai in de Wgh. In artikel 4:6, derde lid, van de APV is bepaald dat het geluidhinderverbod, zoals neergelegd in het eerste lid van dat artikel, niet ziet op hetgeenwordt voorzien door deWgh. Gelet daarop heeft de rechtbank terecht overwogen dat het college niet handhavend kon optreden wegens overtreding van artikel 4:6, eerste lid, van deAPV. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 03-09-2014, nr. 201305656/1/A3 Verkeersintensiteiten in geval van niet volledig ontwikkeldegebieden Bij besluit van27 juni 2013heeft de raadvandege- meente Pijnacker-Nootdorp het bestemmingsplan “Oostland-Pijnacker” vastgesteld. Over het betoog van appellanten sub 2 dat de berekende verkeers- aantallenopdeOostelijkeRandweg indeverkeers- berekeningen FES-gebied afwijken van de eerder berekende aantallen in de verkeersberekeningen Ackerswoude, overweegt deAfdelingalsvolgt. Inde verkeersberekeningenFES-gebied is toegelicht dat ten opzichte van eerdere rapporten een verbeterd rekenmodel isgebruikt, waarbij ondermeer recente verkeerstellingen uit Zoetermeer en de gevolgen vandeeconomischecrisiszijnbetrokken.Appellan- ten sub 2 hebben niet aannemelijk gemaakt dat de

gegeven verklaringen de geconstateerde afwijkin- gen tussen de verkeersberekeningen FES-gebied en de eerdere verkeersberekeningenAckerswoude niet rechtvaardigen. Voor zover appellanten sub 2 betogen dat de verwachte 900 mvt/etmaal op de Katwijkerlaan leiden tot extra opstoppingen, over- weegt deAfdeling dat in de nadere notitie uiteen is gezet dat deze verkeersintensiteit is betrokken bij de verkeersberekeningen FES-gebied. Voorts is in de nadere notitie gesteld dat zonder de aanleg van deOostelijkeRandweg de verkeerstoename op de Katwijkerlaan veel hoger is dan de nu verwachte 900 mvt/etmaal. De raad heeft verder gesteld dat de opstoppingen op de Katwijkerlaan door de aan- leg van de Oostelijke Randweg zullen afnemen, omdat het vrachtverkeer geen gebruik meer hoeft temaken van een rotonde. Appellanten sub 2 heb- benniet aannemelijkgemaakt dat het vorenstaande onjuist is. Zoals de Afdeling eerder heeft overwo- gen, onder meer in de uitspraak van 3 december 2008, zaaknr. 200703693/1, gevenmodellennood- zakelijkerwijs een abstractie van de te verwachten werkelijkheid weer. In de verkeersberekeningen FES-gebied is voor de verkeersgeneratie door ver- keersbronnen buiten het plangebied uitgegaan van de huidige planologische situatie in die gebieden. Dat deze gebieden thans nog niet volledig zijn ont- wikkeld, doet voor deberekeningenvandeverkeer- sintensiteiten derhalve niet ter zake. In de nadere nota is voorts toegelicht dat geen grote ruimtelijke ontwikkelingen te verwachten zijn rondom het on- derhavige plangebied. Appellanten sub 2 hebben geen concrete gegevens overgelegd waaruit aan- nemelijkwordt dat de raad niet in redelijkheid heeft kunnenuitgaanvandeverkeersberekeningenFES- gebied. Gelet op het voren overwogene is de Af- deling van oordeel dat niet aannemelijk is gemaakt dat de raad een onjuist rekenmodel heeft gebruikt. zie www.RaadvanState.nl; ABRS 03-09-2014, nr. 201309013/1/R4 en 9015/1/R4 Bestemmingsplan engezondheidsrisico’s intensieve veehouderijen Bij besluit van 26 juni 2012 heeft raad van de ge- meenteBernheze het bestemmingsplan “Buitenge- biedBernheze” vastgesteld. ZLTOkanzichniet ver- enigen met de aanduidingen “milieuzone - 1000m kernen” en “milieuzone - 250m cluster woningen”. Ter plaatse van de gronden waarop deze aandui- dingen rusten, kan de wijzigingsbevoegdheid voor het vergroten van het bouwvlak van een intensieve veehouderij geen toepassing vinden. Dat het Rijk,

10 10

Made with