Roeipraet 4-2019

R O E I

P R A E T

S E P T E M B E R

2 0 1 9

als Vera in het traject terechtgekomen voor deelname in een boordroeiploeg bij de Coupe de la Jeunesse. Dat ze beiden in aanmerking kwamen, was erg handig, omdat het trainen in Eind- hoven met twee roeisters in een 2- veel efficiƫnter is dan een enkele roeister in een skiff, die dan in de weekenden in Amsterdam gaat boordroeien. De stap om bij de NSRF dan ook in de M18 2- te starten is dan een kleine. En omdat ze daar overtuigend wonnen, kwamen ze ook in aanmerking om te starten in de JW2- bij de Coupe de la Jeunesse. Wat zijn de hoogte- en dieptepunten van je reis geweest? Om ze op tienden van seconden het goud te zien missen is jammer, maar de goede prestatie met een zilveren plak is natuurlijk wel een hoogtepunt! Wat heb je geleerd van deze Coupe-ervaring?

Het spel dat gespeeld moet worden om je roei(st)ers in een selectie te krijgen is ingewikkeld. Je merkt dat we hier in Eind- hoven ver weg zitten van de plaats waar het allemaal gebeurt. Er wordt wel eens gezegd dat je in de provincie 5 seconden per 500m sneller moet gaan om mee te kunnen dingen in het KNRB-traject. Dat het werkelijk zo ligt, heb ik niet echt ervaren, maar goede contacten met de Amsterdamse coaches hebben wel ge- holpen in het spel. Verder hoor je van andere coaches na- tuurlijk veel over de gang van zaken bij andere verenigingen. Interessant is o.a. om te horen hoe elders de boottoewij- zingen zijn geregeld. Er zijn verenigingen waar naast de wedstrijdboten meer boten

in het toewijzingenprotocol zitten. Een ander leerzaam punt is om van andere coaches te horen hoe die met het kiezen van de wedstrijdafstellingen omgaan. Het toepassen van de Vortex-strips op de bladeinden wordt niet als vooruitgang gezien en de brede FAT2-bladen waar Vera en Anne mee roeiden, zijn zeker niet

28

Made with FlippingBook - Online Brochure Maker